Welke soorten honingbijen zijn er in Nederland?
Ieder bijenras heeft andere eigenschappen, net zoals bij andere dieren; het ene hondenras bijt sneller. De ene koe is een vleeskoe, de ander een melkkoe. Zo is het met bijen ook: het ene ras zou meer honing halen dan het andere, of zou minder snel steken en beter tegen ziektes kunnen. Een deel van de imkers ”fokt” of kweekt zelf ras-bijen.
Nu is het probleem met raszuivere bijen dat ze meestal binnen een jaar al niet meer raszuiver zijn, waarmee direct een deel van de eigenschappen waarop dat specifieke ras is geselecteerd verdwijnt. Een imker die met een bepaald ras wil werken moet daarom ieder jaar nieuwe raszuivere koninginnen kopen of zelf kweken. Net als bij andere huisdieren is er een levendige handel in ‘raszuivere’ bijen en koninginnen.
Om bijen raszuiver te houden zodat bepaalde gewenste eigenschappen vastgehouden worden voor volgende generaties is er veel “gedoe” met genetica en DNA-lijnen nodig. Wat heb je bijvoorbeeld aan ras-koningin X als deze paart met een willekeurige dar (mannetje bij)? Dan is het volk niet meer raszuiver en ontstaat een bijenvolk met ‘misschien de kenmerken van ras-bij X’. Dit is wat met veel bijenvolken van hobby imkers gebeurt.
Grofweg zijn er 4 hoofdsoorten honingbijen in Nederland naast ruim 350 soorten wilde bijen. De honingbijen zijn te verdelen:
- Buckfast
- Zwarte bij
- Carnica
- “Nederlandse bij”
Wij hebben altijd geïmkerd met de Nederlandse/Europese honingbij. Dit is een afstammeling van de bijen die in vroeger tijden vlogen in dit deel van Europa. Doordat er langzaam maar zekere meerdere rassen gekweekt zijn is er niet meer echt sprake van een authentieke ‘Nederlandse of West Europese bij’. Deze is al heel lang geleden uitgestorven. Dat is maar goed ook want zou deze nu nog leven dan was het snel gedaan met de soort: door allerlei nieuwe ziektes die, door het reizen van de mensch en de bij, verspreid zijn zou deze bij niet lang leven. Gelukkig heeft deze oorspronkelijke bij zich wel steeds vermengd met andere rassen, zo is er een sterke bijensoort ontstaan die zich van nature heeft aangepast aan ons klimaat en de omstandigheden. Deze bijen, die gelukkig leefden in een boomstam zijn ge-evolueert naar bijen die gelukkig leven, met hulp van een imker, in een bijenkast.
Voor het gemak noemt men deze soort de Nederlandse/Europese honingbij (Apis Mellifera). Langzaam maar zeker heeft dit ras zich de afgelopen tientallen jaren vermengd met de Zwarte-, Carnica-, en Buckfastbij. Als ik nu een raampje met bijen oplicht zie ik daar soms pikzwarte bijen, afstammelingen van de Zwarte bij en ook bijna oranje bijen, afstammelingen van Buckfastbijen op lopen. Let maar eens goed op deze zomer als je in de tuin zit en je ziet een honingbij landen op een bloem: afhankelijk van het ras waar de imker bij jou in de buurt mee imkert zie je uiterlijke verschillen.